Dag 61 (GBSR 18), vroeg op de camping

Chmielno – Mielno (168km)
Als eerste ben ik de camping af. Ik zal niet als eerste op de plaats van bestemming zijn. Dat hoeft ook niet, maar ik wil wel het grootste deel van de route hebben afgelegd voordat het vanmiddag weer heet is. Net als afgelopen dagen is er geen wolk te vinden. Meestal komen ze wel ergens in de middag, maar die wolken zijn ongevaarlijk, er komt geen druppel uit. De eerste 80km gaan over redelijk tot goed asfalt. Het is een hoofdweg, maar de drukte valt mee. Soms kunnen de auto’s achter me niet inhalen, maar ik heb hier in Polen nog geen irritatie-toeter gehoord. Het gaspedaal weten ze wel te vinden, er wordt soms behoorlijk hard gereden. Dat maakt over het hobbelige asfalt een behoorlijke herrie. Na 80km is de geplande lunchstop in Slupsku, maar ik geloof dat niemand in die plaats is gestopt om te eten, want 10 of 11 uur is best vroeg om te eten. Na Slupsku gaat de track over wat kleinere wegen. Niet per definitie rustiger, maar hoe verder we van het plaatsje af zijn, hoe rustiger het wel wordt. Op veel plaatsen zijn hier fietspaden of ze zijn bezig om fietspaden aan te leggen. Die fietspaden zijn wel prettig als je maximaal 20 rijdt, maar bij 30 of 40km/h worden de bochtjes toch wel erg scherp. 25km voor het eind van de track ga ik rustiger rijden en gebruik af en toe het fietspad. Dan gaat de track ineens een kleinere weg in. Mooi, helemaal rustig. Niet mooi, twee stroken halfverharding is ons lot. Nou ja, duurt maar een kleine kilometer. Het laatste stuk gaat langs de zee. Daar zie je niet veel van, maar je merkt het wel aan de drukte langs de weg. Kraampjes en cafeetjes en veel voetgangers. Rechts verschijnt ineens de camping. Camping nr 105. Ja, zo heet hij echt . Een paar dagen geleden stonden we op camping nr 160, een naamgeving die waarschijnlijk stamt uit het communistische tijdperk.
Ik ben erg vroeg op de camping, het is nog geen twee uur, maar er zijn al andere fietsers. Sommigen fietsen echt hard. Na nog geen half uur komt ook Erwin met de bezemwagen aanrijden. Zo vroeg is hij ook nog nooit op een camping aangekomen. Wel mooi, dan kan ik mijn tent opzetten en kan deze drogen. Vanochtend was hij nogal nat van de condens en heb hem zonder te drogen opgerold.
’s Middags niets doen, het lijkt wel een rustdag. Boekje lezen maar weer. Het waait te hard om een duik in de Oostzee te nemen. Vanavond eet ik met Lars en Maarten in een pensionnetje die Lars vanmiddag had ontdekt. Het is eten wat de pot schaft. Het blijft een verrasing tot we het voorgeschoteld krijgen. Eerst een groentesoep, daarna kip met friet en iets van augurken. Was prima te eten. De camping is okee, maar het gebied is nogal feestachtig. Met andere woorden, veel entertainment, rondrijdende auto’s met een veel te grote geluidsinstallatie (die aan staat) en een SupeRRRRRR gezellige DJ. Wie weet valt het mee, dat was achteraf gezien gisteren ook wel zo.