Dag 29, geen spijt van de zware omweg
Blijf op de hoogte en volg Johann
21 Juni 2014 | Noorwegen, Førde
Na een goede nachtrust in een comfortabel bed, een lekker ontbijt met onder andere een boterham met één van de smaken haring (Geir had een hele emmer meegekregen en die moet op), een snelle foto-sessie voor de lokale krant (je kan ook zeggen het familieblaadje van Geir) en een afscheid van de vrouw en kinderen van Geir, zit ik weer in mijn fiets en Geir en een vriend van hem staan klaar om de eerste 27 kilometers op mountainbikes mee te fietsen.
Vanaf Florø loopt maar één weg, dus voor mij zijn de eerste 17 kilometers ook bekend terrein. De weg gaat nog steeds op en neer, maar ik heb er nu minder moeite mee dan gisteren aan het eind van de rit. In Eikefjord neem ik afscheid van mijn begeleiders en bedank Geir hartelijk voor zijn spontane en bijzondere gastvrijheid. Mijn snelheid dondert direct kilometers naar beneden. De eerste 27 kilometers was hoofdweg en de klimmetjes waren niet zo heel steil. Nu heb ik gelijk weer te maken met klimmetjes van tussen de 8% tot 10%. Soms kort, maar soms ook een enkele kilometer. Geloof me, dan is een kilometer verrektes lang. Ik heb niet de snelste route naar Førde, maar een behoorlijke omrijroute waar haast geen auto komt. De steile klimmetjes zijn dan natuurlijk het nadeel en het wegdek rammelt ook aan alle kanten. Maar het is een verrekt mooie weg met uitzicht over de fjorden en de zee. Ineens zie ik uit mijn ooghoek een vogeltje van een meter of 2 breed. Ik zie dat het een roofvogel is, maar hij is ook direct uit beeld verdwenen, jammer. Iets verder zie ik hem (of haar) ineens in de top van een boom zitten. Snel een foto maken. Dat is gelukt. Een filmpje maken lukt maar gedeeltelijk. Ik ben net te laat om het wegvliegen van het beestje te filmen. Volgens mij is het een zeearend. Ik zit bij de zee en hij (of zij) ziet eruit als een arend.
De weg wordt steeds leuker. Na elke kilometer gaat er zo een halve meter weg af. Als het zo doorgaat past mijn quest niet eens meer op de weg. De tunnels worden ook steeds donkerder. Verlichting doen ze hier niet meer aan. In een tunnel van 600m lengte valt ineens de stroomkabel van mijn verlichtingsaccu los. Gelukkig heb ik een apart knipperend achterlicht en heb ik net een koplamp op mijn hoofd gezet, anders was het wel heel erg donker geworden. Voor ander verkeer hoef ik niet heel bang te zijn, maar het wegdek vertrouw ik hier niet.
Na een laatste pittige klim daal ik af naar zeeniveau, waar mijn weg uitkomt op de snelle route, wegnummer 5. Deze weg is duidelijk drukker, maar vanaf hier loopt de weg vrijwel vlak. Kan ik eindelijk een beetje doorrijden. Deze laatste 17km flitsen voorbij omdat ik tussen de 25 en 30 km/h kan blijven rijden. Soms is vlak beter, maar ik heb geen spijt van de zware omweg. De uitzichten die ik heb gehad, had ik nooit gehad als ik de 5 had blijven volgen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley